OPNEMEN-aanpassen-afbreken-scheiden-in stand houden-groeien-tot stand brengen
Vandaag gaat het over opnemen. Wat nemen we eigenlijk allemaal in ons op? Terwijl ik dit schrijf, zie ik het scherm van de laptop voor me en hoor ik het draaien van de vaatwasser. Buiten roept een kind. Ik voel dat ik een beetje raar zit met mijn rechter voet en mijn linkervoet zit tussen stoel en been in. Een fris windje in mijn nek, het ruikt lekker naar regen en al een beetje naar herfst. En nog wat feitelijke input uit mijn aantekeningen: overwegingen en ideeën. Af en toe een slokje thee, en vooruit, nog één stukje chocola.
Dus ik zie dingen, ik hoor dingen, ik neem dingen waar via de tast, ik voel mijn omgeving en hoe ik mezelf verhoudt tot die omgeving, of ik scheef of recht zit. Ik onderscheid verschillende oppervlakken, wisselende druk en temperatuur. Ik ruik en adem, neem lucht en geurmoleculen in me op. Ik eet en drink. En ik verwerk ideeën en geschreven woord.
Opnemen onder de loep
Bovenstaande is zomaar een bloemlezing. Misschien is het opgevallen dat het gehoor vrij compleet is, je oren kan je niet goed dicht zetten en je kan er ook niet even mee knipperen, zoals met je ogen. Gelukkig kan je wel wat filteren zodat je de focus kan leggen op de zaak waar je mee bezig wilt zijn. Daardoor kan je -wanneer je gehoor in orde is- op een druk feestje toch een gesprek voeren ondanks al het omgevingsgeluid.
Je ogen kan je letterlijk sluiten, dan komt er geen beeld binnen, maar nog steeds wel licht. Bovendien zijn dichte ogen niet handig bij het uitoefenen van hun functie. Maar zoals gezegd: er mag niets onveranderd het lichaam binnen komen. Wat kan het oog nog meer doen om niet verblind te raken? Je kan je pupillen verkleinen zodat er minder licht binnen komt. Dit gebeurt automatisch wanneer we blootgesteld worden aan fel licht. Daar moet je even aan wennen en dat gebeurt in je lichaam doordat je pupillen zich samen trekken. Wat uniek is, dat je ogen steeds even knipperen en dan geen beeld binnen krijgen. Ze nemen voortdurend een kleine pauze. Iets vergelijkbaars gebeurt met scherp stellen: dat is geen rechtlijnig proces, maar verloopt in een wisselend ritme.
Ritme bij het waarnemen
Probeer dit maar eens: concentreer je blik op één ding, bijvoorbeeld je vingernagel. Wanneer je er langer naar kijkt, je echt alleen op die nagel concentreert, dan zie je het na verloop van tijd niet meer scherp. Als je even van blikrichting verandert en dan weer naar je nagel kijkt, zie je hem weer scherp. Ook hier organiseert het oog als het ware een pauze, een afwisseling van activiteit. Je zou eigenlijk kunnen zeggen dat er een heen en weer bewegen, een soort ademen is. Rudolf Steiner noemt dit eerste levensproces ‘Atmung’. Waarnemen is dus een ritmisch proces, waarbij we onze aandacht wisselend wel en niet, meer en minder, op de dingen richten. Eigenlijk gaan we hiermee al naar het volgende proces, het aanpassen. Zo werkt het ook, al deze processen werken naast en door en met elkaar.
In de beschrijving gaat het niet anders dan om ze nà elkaar te behandelen maar ongemerkt gaan we zo toch organisch van het ene naar het andere proces.
Volgende week gaan we over naar het aanpassen. Over opname van voedsel en informatie en de zeven levensprocessen zijn er (onder andere) de volgende mooie boeken.
- Schoorel, De eerste zeven jaar, (Zeist: Uitgeverij Christofoor, 2014).
- Enders, De mooie voedselmachine, (Amsterdam: Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2018).
- Levitin, Een opgeruimde geest, (Amsterdam: Atlas Contact, 2016).
Aukje Kaptein, Huisarts
Martin Springvloed, Fysiotherapeut