opnemen-AANPASSEN-afbreken-scheiden-in stand houden-groeien-tot stand brengen
Deze week gaan we verder met het proces van aanpassen.
Eten
Wanneer je aan eten en drinken denkt, is aanpassen zo vanzelfsprekend dat het helemaal niet opvalt. Als je op een lepel hete soep blaast of wanneer je een hap brood kauwt of een appeltje schilt ben je steeds bezig om voedsel geschikter te maken om op te nemen. De voeding die het minste aanpassing nodig heeft is borstvoeding. Die is in principe qua samenstelling, hoeveelheid en temperatuur helemaal afgestemd op de baby. Die hoeveelheid is namelijk ook van belang. Stel je voor dat er tegenover je iemand staat met een mand vol tennisballen. Wanneer die ballen één voor één naar je toe gegooid worden kan je die waarschijnlijk prima vangen. Maar wanneer alle ballen tegelijk jouw kant op komen kan je ze nooit allemaal vangen. Iets dergelijks gebeurt er met de lever tijdens binge drinken. Een drankje per dag kan je lever wel aan maar een krat per keer is veel te veel. Dus moet je de hoeveelheid aanpassen zodat je lichaam het kan verwerken.
Omgeving
Ook het omgaan met je omgeving vergt aanpassingen: de lucht die je inademt wordt in je neus gezuiverd van stofdeeltjes, opgewarmd en bevochtigd zodat je longen er mee aan de slag kunnen. En wat deden we deze zomer tijdens de hittegolf: pet en zonnebril op, zonnebrand smeren, airco aan: allemaal aanpassingen zodat we om konden gaan met die hoge temperaturen. En nu we de winter tegemoet gaan kunnen we ons aan de koudere temperaturen aanpassen door warme sokken, truien en sjaals.
Wat we opnemen moet worden aangepast aan de omstandigheden van onze binnenwereld. Het gaat hierbij om opwarmen, afkoelen, bevochtigen, kleiner maken, kortom, om de opgenomen substantie geschikt te maken om verder te verwerken. Warmte speelt hierbij vaak een essentiële rol. Rudolf Steiner noemde dit tweede levensproces Wärmung.
Indrukken
Tja, nu hebben we gekeken naar de concrete dingen zoals voeding, temperatuur en zuurstof maar we nemen natuurlijk nog meer op via onze zintuigen. Wanneer je de literatuur er op na slaat zie je dat met de huidige informatietechnologie en alle “socials”, er veel meer informatie op ons af komt dan een aantal decennia geleden. Er is een enorm aanbod aan informatie en keuzes. Daarnaast genereren we zelf ook heel veel informatie.
Ook hier geldt net als bij de lever dat de capaciteit beperkt is. We kunnen heel veel aan maar niet alles tegelijk. Bovendien, wanneer je informatie en indrukken goed wilt verwerken, is het nodig om je aandacht erbij te houden. En die aandacht is niet onbeperkt. Niet voor niets is de uitdrukking dat iets aandacht “kost”, of zoals ze in het Engels zeggen: “you’re paying attention”.
Aanpassen
Of het nu om voeding gaat of om zintuig indrukken of informatie: we kunnen allemaal wel wat “aanpassing” gebruiken. Je kan heel gezond eten of emo-eten en daar probeer je dan een balans in te vinden. Wanneer je hoofd vol zit, moet het even stil zijn, dan kan er even niets meer bij.
Mij lijkt de kunst tegenwoordig in het doseren van alles wat we tot ons nemen. Niets mis met het aanbod maar goed om je zo nu en dan af te vragen of je dit allemaal ook echt tot je wilt nemen. En om daar zelf keuzes en regie in te nemen zodat je het aanbod kan afstemmen op je eigen behoeften.