Eindelijk weer verbinding

Was je erbij op 15 maart? De eerste algemene ouderavond sinds corona. Eindelijk stonden we als  ouders en leerkrachten weer samen op het plein. Eerst verwelkomd met vuurkorven en wat lekkers en daarna samen zingen. Het hele schoolplein was vervuld van muziek.

Dit was bij uitstek een aangelegenheid van het midden. Verbinding, communicatie, gevoel, ritme, ademen, kunstzinnigheid: allemaal waren ze in ruime mate aanwezig die avond en allemaal horen ze bij het middengebied.

Fysiek gezien is het middengebied het domein van hart en longen. Daar nemen we voor de volledigheid de bloedsomloop inclusief bloeddruk in mee.

Hart en longen zijn nauw verbonden met emoties. Denk maar aan het hart als symbool voor liefde en sympathie. De bloedsomloop reageert ook op liefde: als die leuke persoon eindelijk naar je kijkt, word je helemaal rood. Blozen is een functie van de bloedvaten. En dan de adem: stel je voor wat er gebeurt met je ademhaling wanneer je schrikt. Je houdt je adem in en wanneer het dan mee blijkt te vallen slaak je een zucht van verlichting.

Ritme in het Skelet

Aan het skelet kan je de drie gebieden heel mooi waarnemen. In de bovenpool zie je de rust en stevigheid van de schedelbotten die met elkaar vergroeid zijn en vast zitten. Bij de ledematen zie je geen afgesloten ruimte zoals de schedel met een beschermende functie, maar juist een vertakkend en versproeiend gebaar. Van één bot in bovenbeen of bovenarm naar twee botten in onderbeen en onderarm tot aan de vijf vingers en tenen die ieder voor zich uit meerdere botjes bestaan. Als instrumenten van de wil zijn de ledematen in hun vorm gericht op de omgeving.

Het deel van het skelet dat zich tussen schedel en ledematen bevindt is de wervelkolom met daaraan vast de borstkas. De opstapeling van wervels en ribben kenmerkt zich door ritmische herhaling. De wervelkolom vormt letterlijk een overgang en verbinding tussen boven- en onderpool. De ribben en wervels dichtbij het hoofd hebben een stevig, beschermend (schedel-achtig) karakter. De onderste ribben zijn de zwevende (bewegende) ribben die aansluiten bij de dynamiek van de onderpool.

Nog meer ritme in het lichaam

Het ritmische zie je ook terug bij hart en longen. Met name het hart kent een typisch ritme dat gedurende dag en nacht verandert en zich razendsnel aan kan passen aan de omstandigheden. Afhankelijk van je activiteit klopt je hart ongeveer een miljard keer in je leven, zonder dat je daar wat voor hoeft te doen. Ademen doen we zo’n 10-30.000 keer per dag, als het goed is ook moeiteloos. Het geheim van dit levenslange keiharde werken zonder dat je er veel van merkt zijn de micro-pauzes die hart en longen steeds nemen. Tussen elke in- en uitademing heb je een soort dood punt, als een schommel die op het hoogste punt even stil staat. Er is even niets. Bij het hart gebeurt dat ook: het bloed stroomt het hart in, staat een moment stil, en stroomt het hart uit.

Ritme als basis voor vitaliteit

Ritme bestaat bij de gratie van rust of pauze tussen de verschillende onderdelen, anders zou er een continue stroom van actie zijn. In dat geval had je in muziek geen beat maar een aanhoudende toon en viel er niets te swingen. De ritmische afwisseling tussen tegenpolen en de steeds ingelaste pauzes zorgen voor een enorme vitaliteit, kracht en uithoudingsvermogen. Ritme werkt genezend.

Het middengebied is de expert in het bewegen tussen twee uitersten, het verbinden van twee tegenpolen. We hebben de onder- en bovenpool, sympathie en antipathie, in- en uitademing, het bloed wat het hart in en weer uit stroomt, spanning en ontspanning en ga zo maar door.

Volgende keer zullen we ingaan op de wisselwerking tussen de drie besproken gebieden. We kijken hoe we ze in evenwicht kunnen houden en hoe we ze in kunnen zetten om gezond te blijven.

Aukje Kaptein, huisarts & Martin Springvloed, fysiotherapeut.

Leave a Comment